zondag 25 oktober 2009

Voorstelling deel 108: suiker, verfhout & tabak

Op zaterdag 14 november 2009 wordt in Leiden deel 108 in de reeks Werken van de Linschoten-Vereeniging voorgesteld. Suiker, verfhout & tabak: het Braziliaanse Handboek van Johannes de Laet is bezorgd door de lusitanist dr. Ben E. Teensma, kenner van de Portugese taal, letteren en cultuurgeschiedenis. Hij woonde en werkte vele jaren in Brazilië.

Het programma duurt van 14 tot 17 uur en omvat tevens de uitreiking van de Linschotenpenning 2007:
  • 14.00 uur: Welkomstwoord dr. H.J. den Heijer, voorzitter Linschoten-Vereeniging

  • 14.05 uur: Lezing dr. M.A. Ebben historicus en hispanist, verbonden aan het Instituut voor Geschiedenis van de Universiteit Leiden

  • 14.30 uur: Inleiding dr. B. Teensma over het Braziliaanse Handboek van Johannes de Laet

  • 14.50 uur: Overhandiging eerste exemplaar van Suiker, verfhout & tabak. Het Braziliaanse Handboek van Johannes de Laet aan prof.dr. G. Schilder, emeritus hoogleraar geschiedenis van de cartografie aan de Universiteit Utrecht

  • 15.10 uur: Uitreiking Linschotenpenning 2007 aan prof.dr. A.N. Paasman, emeritus hoogleraar koloniale en postkoloniale cultuur- en literatuurgeschiedenis aan de
    Universiteit van Amsterdam

  • 15.25 uur: Einde officiële gedeelte; gelegenheid tot bezichtiging van de speciale
    tentoonstelling van werken van Johannes de Laet in de Dousakamer van de UB
    (tot 16.30 uur); uitreiking der boeken en borrel

  • 17.00 uur: Einde programma
Plaats: Universiteitsbibliotheek Leiden.
Inschrijven voor de voorstelling kan bij de secretaris, voor 8 november 2009.

Suiker, verfhout & tabak: het Braziliaanse handboek van Johannes de Laet

In november 2009 verschijnt de uitgave van het 'Braziliaanse Handboek' van Johannes de Laet, als deel 108 in de reeks Werken van de Linschoten-Vereeniging.

De West-Indische Compagnie beschikte over een uitstekende inlichtingendienst. In opdracht van hoofdkaartenmaker Hessel Gerritsz leverden uit de West terugkerende functionarissen hun logboeken in op het West-Indisch Huis in Amsterdam. Daar werden alle nautische, geografische, militaire en economische details systematisch geïnventariseerd. In 1629 werd daaruit een eerste Braziliaans Handboek samengesteld, bedoeld voor de commandanten van de invasiemacht die begin 1630 een bruggenhoofd in Pernambuco veroverde.

Toen Hessel Gerritsz in 1632 overleed besefte WIC-directeur Johannes de Laet het belang van diens rijke archief. De tijd voor een nieuw Braziliaans Handboek was rijp toen in 1636 graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen werd benoemd tot Gouverneur-Generaal van Nederlands Brazilië. Om hem over zijn ambtsgebied te informeren stelde De Laet met spoed een nieuw Handboek samen, dat begin 1637 naar Pernambuco werd verscheept.

Sindsdien was de bundel uit het zicht verdwenen, totdat hij in 1977 – na vele omzwervingen – opdook in de John Carter Brown Library in Providence (USA). Het Handboek wordt nu voor het eerst in het Nederlands uitgegeven. Het onthult nieuwe feiten over vroeg-17de-eeuws Brazilië. Hoogwaardig inlichtingenwerk, dat ons een spannend beeld schetst van de Nederlandse expansie in Brazilië en de felle concurrentiestrijd met de Portugezen om de handel in suiker, verfhout en tabak.

Ben Teensma (ed.), Suiker, verfhout en tabak: het Braziliaanse Handboek van Johannes de Laet. Walburg Pers, 2009, 192 p. ISBN 978.90.5730.584.9

De Ontdekking van Manhattan, Henry Hudson 1609, zoals beschreven door Robert Juet van Limehouse

Ter gelegenheid van het jubileum van de ontdekking van Manhattan in 1609 heeft de Stichting Nederlandse Kaap Hoornvaarders onlangs een hertaling uitgebracht van het journaal van Robert Juet van Limehouse, de eerste stuurman van Henry Hudsons schip De Halve Maen.

De Halve Maen vertrok in het voorjaar van 1609 om een doorvaart te zoeken naar Azië, zodat de gevaarlijke routes rond Kaap de Goede Hoop en door Straat Magelhaes voortaan zouden kunnen worden vermeden. De expeditie was georganiseerd door de Vereenigde Oost-Indische Compagnie en stond onder bevel van de Engelsman Henry Hudson. Hudson had reeds twee keer gepoogd een route naar Azië te vinden via de Noordpool. Beide reizen waren in noord-oostelijke richting gegaan en hadden niet het beoogde resultaat gehad.In Hudsons contract met de VOC was vastgelegd dat hij ook ditmaal in noordoostelijke richting zou gaan zoeken, maar eenmaal op weg nam Hudson de vrijheid om de steven naar het westen te wenden en te gaan zoeken naar de monding van een grote rivier ten noorden van de Engelse kolonie in Virginia, aan de oostkust van Amerika. Naar Hudson hoopte, zou deze rivier de doorgang vormen tussen de Atlantische Oceaan en de Stille Oceaan en dus de weg naar Azië.

Na een uitgebreide zoektocht langs de oostkust van Amerika kwam De Halve Maen op 3 september 1609 ter hoogte van het huidige Staten Island bij de monding van een grote rivier. Hudson zeilde stroomopwaarts, in de hoop eindelijk de noordwestelijke passage te hebben gevonden. Na ruim tweeëneenhalve week varen moest hij 125 mijl stroomopwaarts, ter hoogte van het huidige Albany, rechtsomkeert maken. Ondiepten in de rivier verhinderden een verdere doortocht. Op 7 november arriveerde het schip na de terugreis over de Atlantische Oceaan in het Engelse Dartmouth. Hudson durfde niet door te varen naar Nederland; mogelijk was hij bevreesd door de VOC te worden beschuldigd van contractbreuk.

In opdracht van de Engelsen ondernam hij in 1610 een vierde reis om te zoeken naar een noordwestelijke doorgang. Het zou zijn laatst reis worden. Na een muiterij werd Hudson in juni 1611 met zijn zoon en zeven andere metgezellen in de huidige Hudsonbaai in een sloep gezet. Daarna is er nooit meer iets van hem vernomen.
Hudsons naam is echter voor altijd verbonden met de naar hem genoemde rivier en Mana Hatta, het land aan de oever van die rivier. Op deze plaats het huidige Manhattan stichtten de Nederlanders het fort Nieuw-Amsterdam, dat zou uitgroeien tot New York.

Hudsons eigen journaal is verloren gegaan; het verslag van zijn stuurman Robert Juet is bewaard gebleven en is door de Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders in samenwerking met het Westfries Museum in een beknopt geannoteerde hertaling uitgegeven. De uitvoering van de hertaling doet recht aan het historische karakter: de lezer kan het zelf opensnijden en naar believen laten inbinden.

Vertaling: Willem van Rooij. Prijs: € 4,50 plus verzendkosten binnenland €2,50. Informatie via de website van de Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders: http://www.kaaphoornvaarders.nl/index.php/publicaties

Anders reizen? Evoluties in vroegmoderne reiservaringen van Hollandse en Brabantse elites (1600-1750)

Gerrit Verhoeven, onderzoeker aan de Universiteit Antwerpen, publiceerde bij uitgeverij Verloren zijn doctoraat over het reisgedrag van Hollandse en Brabantse elites in de periode 1600 tot 1750.

Vroegmoderne reisverhalen bestaan in allerlei maten en gewichten, van prachtige boekbanden, verguld op snee en in stijlvol handschrift tot slordige aantekeningen in de marge van een beduimelde almanak. Sommige reizen lieten ook hun sporen na in brieven en dagboeken, in kurkdroge kwitanties, in genealogieën of in de materiële cultuur. Op basis van deze bronnen heeft Gerrit Verhoeven evoluties in de reiscultuur van Hollandse en Brabantse elites onderzocht.

Verhoeven verklaart waarom men de klassieke Grand Tour naar Italië langzaam inruilde voor kortere plezierreisjes in de Nederlanden of de buurlanden. Hij laat zien welke sociale groepen de koets namen naar Parijs, Rome of Berlijn en wat hen motiveerde om te reizen. En hij probeert te achterhalen waarom ze zich onderweg onderweg blind staarden op Italiaanse schilderijen, waarom ze veldslagen en belegeringen herdachten, door baroktuinen slenterden of een massa spulletjes kochten in de Parijse boetieks.

Informatie: Gerrit Verhoeven, Anders reizen? Evoluties in vroegmoderne reiservaringen van Hollandse en Brabantse elites (1600-1750). Uitgeverij Verloren, 416 p. ISBN 978-90-8704-092-5, €32,–

Nieuwsbrief oktober 2009

De nieuwsbrief oktober 2009 staat online (pdf).

woensdag 14 oktober 2009

Presentatie over de Sailing letters

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Lelystad organiseert tijdens de Week van de Geschiedenis enkele speciale activiteiten. De Week van de Geschiedenis vindt plaats van 17 t/m 25 oktober. Het thema is dit jaar “Oorlog en vrede”. Afdeling Scheepsarcheologie van de Rijksdienst haakt hier onder andere op in met een presentatie door maritiem historica Els van Eijck van Heslinga over de Sailing Letters.

De Sailing Letters

"Lieve man, past toch vooral op uw kostelijke lichaam, waar ik uw lieve vrouw zo bang voor ben, omdat het hier zo koud is. Lief, ben allang benauwd dat je nog ziek zult worden lief, en omdat gij mijn lieve schatje in het geheel tegen geen ongemak kunt, ben ik daar allang bang voor".
Dit schreef de Texelse zeemansvrouw Aagje Luijtsen in november 1776 aan haar man. Het is een voorbeeld van de bijna 40.000 particuliere Nederlandse brieven die in de 17e en 18e eeuw tijdens oorlogen werden buitgemaakt door de Engelsen. Deze brieven en een schat aan ander materiaal (scheepsjournalen, aanbevelingsbrieven, ladingboekjes, kwitanties etc.) bevinden zich in de Engelse National Archives in Londen.
Dit materiaal vormt een zeer belangrijke bron voor historisch onderzoek op allerlei terreinen. Persoonlijke brieven van en aan Nederlandse zeelieden zijn in Nederland maar sporadisch bewaard gebleven. In Engeland, waar de scheepspapieren als oorlogsbuit in het archief werden opgenomen, is dit wel het geval.

In de vele oorlogen waarin Engeland en Nederland elkaar ook ter zee bevochten, hebben Engelse kaapvaarders duizenden Nederlandse schepen opgebracht. De rechtmatigheid daarvan moest voor een Engelse Prize Court bewezen worden, onder meer aan de hand van de papieren die aan boord van de schepen gevonden werden. Daarom nam men direct al bij de overname van het schip alles van papier mee, inclusief de post van en naar alle delen van de wereld, en van en naar de opvarenden van Nederlandse schepen.
Al die brieven zijn eeuwenlang goed bewaard gebleven. Pas in 2005 heeft een eerste globale inventarisatie plaatsgevonden. Het betreft een unieke bron voor wetenschappers uit verschillende disciplines, onder meer omdat de schrijvers van de brieven vaak behoren tot bevolkingsgroepen van wie nauwelijks enig geschreven materiaal bewaard is gebleven.

Maritiem historica Els van Eijck van Heslinga vertelt over de Sailing Letters op donderdag 22 oktober, in het gebouw voor scheepsarcheologie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Verhalen die boeiend zijn voor jong (v.a. 12 jaar) en oud en waarbij heel veel plaatjes worden getoond.

Aanvang 14.00 uur. Toegang is gratis. Adres: Oostvaardersdijk 01-04, 8244 PA Lelystad. Aanmeldingen: bel 0320-269706 of mail naar l.resink@cultureelerfgoed.nl

Voor een routebeschrijving: zie www.cultureelerfgoed.nl