maandag 2 februari 2015

muziektheater KRUIT!

Op zaterdag 28 februari 2015 gaat in Zaandam de muziektheatervoorstelling KRUIT! van DeltaDua in première.

KRUIT! is het vergeten verhaal uit de gedeelde geschiedenis van Nederland en de Molukken: de Molukse opstand in 1817 geleid door volksheld Pattimura. Hierbij werd het Nederlandse gezin Van den Bergh in Fort Duurstede afgeslacht. Alleen de kleine Jean Lubbert overleefde de nachtmerrie.

Deze Jean Lubbert voegde op zijn 63e levensjaar de naam ‘Van Saparoea’ toe achter zijn achternaam ‘Van den Bergh’. Dit gebaar en de roman van de Nederlandse schrijver Johan Fabricius over het leven van deze jongen vormen de inspiratiebronnen voor KRUIT!

In KRUIT! komen Molukse traditionele rituele zang, Tifa-Totobuangklanken, klassieke muziek en hedendaagse westerse muziek samen.

Volgens onze secretaris is deze voorstelling echt iets voor de hard core Ver Huell-fans onder ons ...

Meer informatie over de voorstelling via de Facebook-pagina van DeltaDua: https://www.facebook.com/stichtingdeltadua.

woensdag 29 januari 2014

Accordeonensemble "Alphen Opus 2" brengt een muziekspektakel rond het leven van zeevaarder Cornelis Jol, alias Houtebeen. Via hun website komt u te weten waar en wanneer hun concerten plaatsvinden: http://www.alphenopus2.nl/

woensdag 24 april 2013

Linschoten Penning 2013

En de Linschoten Penning 2013 gaat naar ... dr. Marijke Barend- Van Haeften, een erkenning van haar oeuvre waarin het onderzoek van egodocumenten, vrouwen, verre reizen een belangrijke rol spelen.
De penning wordt uitgereikt op de 105de ledenvergadering (8 juni 2013).

Marijke Barend-Van Haeften was ook bezorger van deel 95 in de reeks Werken van de Linschoten-Vereeniging ("Op reis met de VOC: de openhartige dagboeken van de zusters Lammens en Swellengrebel."), en was nauw betrokken bij deel 104 ("Christenslaven").

donderdag 15 november 2012

Curieus! Reis van een hugenoot naar de Nederlanden

Op zaterdag 8 december 2012 wordt het boek "Door ballingen onthaald: verslag van reizen in Frankrijk, Vlaanderen, Nederland en Duitsland (1708)" van Élie Richard voorgesteld.

Geïnteresseerden kunnen deze voorstelling bijwonen. Meer gegevens vindt u in de uitnodiging.

Het verslag van de reis die hugenotenzoon Élie Richard van 10 maart tot 15 oktober 1707 naar Nederland maakte, is een uniek document. Het is zorgvuldig opgetekend na terugkomst in de geboortestad van de auteur, La Rochelle, en voorzien van een groot aantal illustraties (beroemde gebouwen, plattegronden, penningen). Hij verblijft bij familie in Amsterdam en verkent van daaruit bezienswaardigheden in de Republiek. Zoals alle reisverslagen is het veel meer dan een ‘ooggetuigenverslag’ of een journaal. Als welopgevoede zoon van een arts die een vooraanstaande positie innam in La Rochelle, stelt Élie zich vooraf op de hoogte van de bijzonderheden die hij zal aantreffen in de diverse steden die hij aandoet.
Zijn belangstelling gaat speciaal uit naar het intellectuele leven in Nederland, dat voor een belangrijk deel bepaald wordt door Franse vluchtelingen: uitgevers, journalisten, dominees en professoren. Dezen creëren ter plaatse een klimaat dat hem van huis uit vertrouwd is.
Als ongetrouwde man van 35 heeft hij ook oog voor andere zaken. In Antwerpen zet een schildersmodel hem in vuur en vlam, in de baden van Aken flirt hij heel wat af. Met een schat aan ervaringen keert hij huiswaarts.
Zijn reisverslag blijft hij tot zijn dood in 1720 bewerken en aanvullen. Hij maakte het klaar voor publicatie. Ruim driehonderd jaar later is het zover.

dinsdag 9 oktober 2012

Website met gekaapte brieven

Op 8 oktober lanceerde het Meertens Instituut een website waarop enkele duizenden brieven zijn te lezen die in de 17de en 18de eeuw waren meegestuurd op Nederlandse schepen, en die door Engelse schepen zijn buitgemaakt. Zie ook een artikel over de brieven op de website van Trouw: "In 1664 gebruikten we al sms-taal" (een titel die jammer genoeg net het omgekeerde beweert van wat taalwetenschappers in het artikel zeggen).

dinsdag 18 september 2012

Symposium ‘Mythe en Werkelijkheid, de Maritieme Wereld in woord en beeld’

De Historische Studievereniging Leiden (HSVL) organiseert op vrijdag 28 september a.s. een symposium in het Lipsiusgebouw van de Universiteit Leiden. Tijdens deze middag staan mythe en werkelijkheid binnen de geschiedenis van de maritieme wereld centraal. Verschillende (oud-)bestuursleden van de Linschoten-Vereeniging zullen een presentatie houden, onder meer Mw. Dr. A.M.C. van Dissel en Dhr. Prof. Dr. H.J. Den Heijer. Andere sprekers zijn onder meer Dr. J. Schokkenbroek (Het Scheepvaartmuseum), Dhr. Drs. H. de Bles (Marine Museum). Naast de lezingen staat er een interactief debat op het programma met prominente participanten onder leiding van Dhr. Drs. D.J. Tang. Aansluitend zal er een borrel plaatsvinden. Belangstellenden zijn van harte welkom. Kijk op de website van de Linschoten-Vereeniging voor voor het volledige programma en meer informatie over deelname.

dinsdag 15 mei 2012

Congress of International Maritime History

Op 5 juli 2012 zal de Linschoten-Vereeniging acte de présence geven op het zesde Congress of International Maritime History in Gent.
De Vereeniging verzorgt een sessie, waarin – als vervolg op de discussie tijdens het jubileumsymposium in 2008 – de vraag naar het publieksbereik van historische tekstedities en de toekomst van dergelijke edities in het digitale tijd-perk centraal staat. Historici, neerlandici en uitgevers – waaronder ook de Hakluyt Society – zullen zich over dit thema buigen, waarna een forumdiscussie volgt.

woensdag 9 mei 2012

Jaarvergadering 2012 in Leiden

Op zaterdag 2 juni vindt in de Leidse Universiteitsbibliotheek de jaarlijkse algemene ledenvergadering plaats.

De vergadering start om 14 uur. Voordien krijgen de leden de kans om onder leiding van een gids de Oude Sterrewacht te bezoeken, wat heel lang niet mogelijk was. Het oudste universiteitsobservatorium van Nederland (sinds 1633!) was aanvankelijk gehuisvest op het dak van het Academiegebouw aan het Rapenburg, maar kreeg in 1860 een eigen gebouw op het terrein van de Hortus Botanicus. De ingebruikname van de nieuwe sterrenwacht markeerde het begin van de bloeiperiode van de sterrenkunde in Nederland in het algemeen en die in Leiden in het bijzonder. Beroemde astronomen als Frederik Kaiser, Willem de Sitter en Jan Hendrik Oort deden spectaculaire ontdekkingen en vestigden de wereldwijde reputatie van de Nederlandse astronomie. Na de verhuizing van de Sterrewacht in 1974 naar het Huygenslaboratorium werd het gebouw tot 2006 gebruikt voor diverse colleges. De laatste jaren raakte het gebouwencomplex danig in verval, maar na een uitgebreide restauratie is de Oude Sterrewacht sinds kort weer in zijn vroegere luister hersteld. De oude observatoriumruimten zijn weer ingericht,de faculteit Rechten heeft er een aantal collegezalen en er is een bezoekerscentrum gevestigd. Ook niet-astronomen kunnen het gebouw nu bezoeken en kennis nemen van de roemruchte Leidse geschiedenis van deze tak van wetenschap.

De agenda voor de vergadering kunt u terugvinden in de uitnodiging voor de vergadering. Andere voorbereidende stukken voor de vergadering kunt u vanaf 21 mei 2012 ook on-line bekijken.

donderdag 8 december 2011

Nova Zembla: schipperen tussen boek en film (recensie)

Hans Bonke is archeoloog, expeditielid naar Nova Zembla in 1995 en 1997, en bestuurslid van de Linschoten-Vereeniging. Hij zag in de bioscoop de film "Nova Zembla", en schreef voor de Linschoten-Vereeniging een recensie. Hij slaat en zalft, maar concludeert dat het boek toch wel veel beter is dan de film.

- - -

Tussen 1594 en 1597 probeerden drie Nederlandse expedities tevergeefs de zeeweg langs de Noordpool naar het Verre Oosten te vinden. De laatste reis die eindigde met de overwintering van Barentz en Heemskerck in het Behouden Huis op Nova Zembla van 1596/1597, behoort tot de klassieke reisverhalen uit de Nederlandse geschiedenis. Het scheepsjournaal is verloren gegaan, maar overwinteraar Gerrit de Veer schreef de Waerachtige Beschrijvinge van drie seylagien, ter werelt noyt soo vreemt gehoort. Het verhaal waarin hij zichzelf in een hoofdrol plaatste, werd toendertijd een internationaal succes. S.P. L' Honoré Naber bezorgde in 1914 de uitgave ervan als deel 14 en 15 van de Werken van de Linschoten-Vereeniging. In 1996 verscheen onder de titel "Om de Noord" een door Vibeke Roeper en Diederik Wildeman bezorgde hertaling van het boek van De Veer.

Regisseur Reinout Oerlemans verbaasde zich er terecht over dat het verhaal nooit was verfilmd. Het resultaat was zijn film Nova Zembla die sinds half november in de bioscopen draait en hard op weg is om een kassucces te worden.

Er zijn verschillende manieren om naar de film te kijken. Nova Zembla is uiteraard een speelfilm "gebaseerd op" de beroemde overwintering en geen historische documentaire. Voor de meeste kijkers is het een klassiek avonturenverhaal van harde ruige mannen die de gevaren van de zee, de koude en de wilde dieren trotseren en zich ondanks de mislukking van hun missie erin slagen om terug te keren naar Amsterdam. Zo iets als de scheepsjongens van Bontekoe, maar dan in een koudere omgeving. Als de film er op die manier er aan bijdraagt om interesse te wekken voor Nederlands maritieme verleden, dan is dat zeker positief. Voor de kritische lezers van de werken van de Linschoten- Vereeniging gelden echter andere normen waaraan de film moet voldoen om geloofwaardig te zijn. Voor mij persoonlijk heeft het Behouden Huis bovendien een speciale betekenis. In 1995 en 1997 nam ik als archeoloog voor de Universiteit van Amsterdam deel aan de opgravingen op Nova Zembla. De rijk geïllustreerde uitgave van de Veer deed daarbij dienst als leidraad voor de interpretatie van de site en onze vergeefse speurtocht naar het graf van Barentsz.

Helaas moet vast worden gesteld dat de enige diepte die de regisseur aan Nova Zembla heeft meegeven, de verfilming in 3 D is geweest. Het toevoegen van een romantisch element, de liefde tussen hoofdrolspeler Gerrit De Veer en de met een Fries accent sprekende knappe dochter Catharina van de Vlaamse dominee Plancius zal iedereen ter wille van het verhaal en de marketing van de film voor lief nemen. Andere onderdelen van het verhaal kunnen achterwege worden gelaten. De expeditie bestond uit twee schepen, waarvan het schip van Cornelis De Rijp bijtijds terugkeerde en het andere in het ijs vastraakte. Dat er in de film maar één schip is, zal wel uit kostenoverwegingen zijn gebeurd maar was niet van wezenlijk van belang voor de essentie van het verhaal. Hetzelfde geldt voor het terugbrengen van de bemanning van 17 tot 13 man.
De historische werkelijkheid wordt meer geweld aan gedaan door De Veer in de film voor de eerste keer naar zee te sturen om als geschiedschrijver aan de reis naar China rijk en beroemd te worden en zo met zijn grote liefde te kunnen trouwen. In werkelijkheid was de Veer een veteraan van de poolreizen. Hij had in 1595 deelgenomen aan de tweede, mislukte, reis om de noord. De overwintering is een avonturenverhaal met een aaneenschakeling van strijd tegen de elementen, wilde dieren en overleven ondanks tegenslagen. Voor regisseur Oerlemans was dat niet genoeg. Hij voegde daarom extra elementen, zoals het kielhalen van een bemanningslid en het doden van een matroos door een ijsbeer, aan het script toe. Het verhaal valt daardoor uiteen in een aantal losse scenes zonder duidelijke samenhang of uitleg voor degenen die het journaal van de Veer niet hebben gelezen.

Er zijn zoveel anachronismen dat ik mij beperk tot een selectie. Dat begint met de benaming Het Behouden Huis, want die werd bedacht door de 19de eeuwse dichter Tollens. Op de kaart waarop tijdens de reis de route van het schip wordt aangegeven, is de nog onbekende oostkust van Nova Zembla het eiland al ingetekend. In de film roken Van Heemskerck en Barentz een pijp. Helemaal onmogelijk is dat niet - de oudste Nederlandse vermelding van het roken van tabak dateert uit 1580 - maar op de prenten in De Veer noch onder de archeologische vondsten uit het Behouden Huis komen pijpen voor. De gebruikte pijpen zijn bovendien typologisch in het tweede kwart van de 17de eeuw te dateren. Iets dergelijks geldt ook voor de vuursteenpistolen in de hut van de schipper.

Dergelijke details zullen ongetwijfeld veel kijkers ontgaan. Maar wat te denken van de ijsbeer die midden in de winter het huis aanvalt? Beren hielden ook in de 16de eeuw al een winterslaap. Of om De Veer aan te halen: toen de vossen verschenen, verdwenen de beren, toen de beren terugkwamen, verdwenen de vossen. De overwinteraars overleefden doordat ze met vallen poolvossen vingen en aten. De constructie van de vallen is duidelijk te zien op de uitstekende afbeeldingen in het boek. Ze lijken niet op het net dat in film wordt gebruikt. Dat geldt ook voor het poolgebied. In de korte poolzomer gaat de zon niet onder, maar aan boord worden de heldere sterrenbeelden aan de hemel bestudeerd.

De verfilming van de reis in twee open boten vanaf de noordpunt van Nova Zembla tot Kola in Noord-Rusland kan nauwelijks serieus geworden genomen. De meest traumatische gebeurtenis was ongetwijfeld de dood van Willem Barentz, zeven dagen na het vertrek te midden van een eindeloze ijsvlakte. De schipbreukelingen wisten dat ze nog een reis van maanden voor de boeg en dat er weinig kans was om die te overleven. In de film hebben de verschrikkingen van sneeuw en ijs op het moment van overlijden van de ontdekkingsreiziger plaats gemaakt voor een liefelijk groen landschap met gras en struiken. Een landschap dat op Nova Zembla niet voorkomt. De gebeurtenissen daarna zijn geheel voor rekening van de scenarioschrijver en maken de film alleen maar ongeloofwaardiger. Gelukkig worden de laatste overwinteraars gered door het schip van Cornelis De Rijp dat "toevallig" bij Nova Zembla ligt. Ze komen behouden in Amsterdam aan (al lijkt dat verdacht veel op Brugge).

Dus geen premie voor het ontdekken van de route om de noord naar China maar wel een happy end voor Gerrit en Catharina. Ik wil deze recensie af te sluiten met de slotwoorden van Gerrit de Veer die ook van toepassing zijn op de film: "Daarna is ieder zijns weegs gegaan". U heeft dan alle tijd om het boek van Gerrit De Veer te herlezen, want de film kunt u maar beter vergeten.

- - -

"Nova Zembla". Regisseur Reinout Oerlemans; cast: Gerrit de Veer (Robert de Hoog), Willem Barentz (Derek de Lint), Jacob van Heemkerck (Victor Reinier), Petrus Plancius (Jan Decleir), Catharina Plancius (Doutzen Kroes); speelduur 120 minuten.

De delen van S.P. L'Honoré Naber in de reeks Werken van de Linschoten-Vereeniging zijn jammer genoeg niet meer te verkrijgen. Een elektronische versie kan via de website van de Linschoten-Vereeniging geraadpleegd worden.